Bekkenbodemklachten 6 weken na de bevalling

Plasklachten

 

Plasklachten zijn:

  • Vaak moeten plassen (vaker dan 8x per dag, bij een vochtinname van 1,5-2 liter) 
  • Nachtplassen (vaker dan 2x)
  • Moeilijk op gang komen van de plas
  • Met onderbroken of slappe straal plassen
  • Nadruppelen
  • Moeite met leeg plassen

 

Deze plasproblemen worden vaak veroorzaakt door het niet goed functioneren van de bekkenbodemspieren.

Als je bekkenbodemspieren te gespannen zijn prikkel je makkelijk de blaas, als je plast wordt de straal onderdrukt door de bekkenbodem en hierdoor druppel je soms ook nog wat na en kan er urine achterblijven, waardoor je niet helemaal leegplast. 

Door een overactieve bekkenbodem kun je ook een onrustige ook wel overactieve blaas hebben. Je moet dan vaak plassen, misschien wel ieder uur. Dit kan er langzaam ingeslopen zijn maar kan ook aangeleerd gedrag zijn. 

 

 

Urineverlies

Urineverlies is een veelvoorkomend probleem. Dit kan dagelijks of eens per week zijn, tijdens sport uitoefening of juist bij aandrang. Urineverlies heeft vaak een grote invloed op het dagelijks leven. 

Het urineverlies kan allerlei oorzaken hebben, b.v. door de doorgemaakte zwangerschappen en bevallingen, door een verzakking of door een slechte bekkenbodemfunctie. 

 

Soorten urineverlies:

  • Stress- of inspanningsincontinentie Dit is ongewild urineverlies bij plotselinge inspanningen zoals hoesten, niezen, lachen, sporten en bij alle dagelijkse bewegingen in en om huis. De urinebuis kan niet voldoende worden dichtgedrukt om de urine tegen te houden, met verlies tot gevolg. 
  • Urge- of aandrangincontinentie. Bij urge incontinentie is er sprake van urineverlies bij aandrang. Het kan zijn dat er een plotselinge, hevige aandrang is om te plassen en dat je dat niet goed kan ophouden. Je komt dan niet op tijd op de toilet. Soms wordt je s´nachts wakker van de aandrang en moet je meerdere keren naar de wc. Ook dan kan het zijn dat je te laat op de wc komt. 
  • Gemengde incontinentie. Dit is urineverlies bij inspanningen en bij aandrang.
  • Ontlastingklachten  
  • Ontlastingsverlies. Ontlastingsverlies is het niet op kunnen houden van de ontlasting. Er wordt niet vaak over gepraat of geschreven maar het komt wel degelijk vaak voor, namelijk bij 5.000-20.000 mensen in Nederland. 

Ontlastingsverlies

Ontlastingsverlies kan in verschillende varianten voorkomen zoals: het niet op kunnen houden van windjes, verlies van vegen ontlasting in je ondergoed, verlies van harde of zachte ontlasting bij aandrang of zomaar zonder dat je het merkt.

 

Bij ontlastingsverlies is er vaak een combinatie van factoren die zorgen dat je geen controle meer hebt op het ophouden van uw ontlasting. Eén factor is het onvermogen om de buitenste anale kringspier voldoende aan te spannen. Een andere factor is de consistentie van je ontlasting, het kan bv. veel dunner zijn dan normaal. De kringspier kan beschadigd zijn door een bevalling of door verslapping.

 

Er kan ook ontlastingsverlies optreden door het niet goed ledigen van de endeldarm waardoor er nog iets achterblijft wat je vervolgens bij de dagelijkse activiteiten verliest zonder dat je het merkt. Of door het ophopen van ontlasting in de darmen (obstipatie) waardoor de darm toch om een bepaalde tijd wil ledigen en dit doet met dunne ontlasting die je niet goed op kan houden,  we noemen dit overloopdiarree.  

 

Obstipatie

Hoe vaak iemand precies naar het toilet gaat om te ontlasten, verschilt van mens tot mens. Sommige mensen gaan meerdere keren per dag naar het toilet, anderen één keer per 2 dagen. Obstipatie is als je minder dan1 keer per 3 dagen ontlasting hebt, die dan ook vaak hard is van samenstelling.

 

De meest voorkomende klachten bij obstipatie is: 

  • Harde, droge ontlasting
  • Slechts één of twee keer per week ontlasting 
  • Poepvegen; langs de harde ontlasting in de darm kan zachte ontlasting weglekken. Dit wordt ook wel overloopdiarree genoemd 
  • Pijn bij het poepen; harde, dikke ontlasting kan scheurtjes en kloofjes in de anus veroorzaken. Als daar weer ontlasting langskomt kan dit een branderig gevoel veroorzaken. 
  • Het gevoel na de stoelgang nog steeds te moeten poepen 
  • Aambeien; als er regelmatig sprake is van verstopping en hard persen, kunnen er aambeien ontstaan. Deze kunnen pijnlijk zijn. 

 

Oorzaken:

Meestal wordt de verstopping veroorzaakt: 

  • Door verkeerde leef- en eetgewoontes: te weinig lichaamsbeweging, onvoldoende drinken of vezelarme voeding. Vaak ligt een combinatie van deze factoren ten grondslag aan de verstopping.
  • Door het uitstellen van toiletbezoek 
  • Door geneesmiddelen die verstopping kunnengeven als bijwerking. Kalmerende middelen (tranquilizers, antidepressiva)), slaapmiddelen, staalpillen en het langdurig gebruik van laxeermiddelen. 
  • Door onjuist functioneren van de bekkenbodemspieren. Te gespannen of juist te slap zijn waardoor de ontlasting moeizaam of maar in hele kleine porties naar buiten gebracht kan worden. Hierdoor ledig je nooit goed de endeldarm en geeft dit ophoping naar boven in de dikke darm. Hierdoor kunnen ook klachten als een opgeblazen gevoel of buikpijn ontstaan.

 

Verzakking 

Een verzakking is letterlijk het afglijden van bekkenorganen (evt door de vagina). 

42-50% van de vrouwen die tenminste een kind hebben gebaard hebben een verzakking. De ernst van de verzakking correleert niet met de klachten. Zo zijn er vrouwen met geen klachten en toch een verzakking en andersom. Vrouwen met enorme klachten en een lichte verzakking. 

Een verzakking wordt door gynaecologen en bekkenfysiotherapeuten ingedeeld in 4 stadia. 1= licht verzakt, 2 iets meer, maar nog niet zichtbaar, 3= zichtbaar in de schede en kan soms iets uit de schede komen, 4= volledige verzakking. 

Een verzakking gaat vaak gepaard met plas, ontlasting en seksuele klachten, maar dit hoeft dus niet. 

 

Hoe herken je een verzakking?

Zwaar, drukkend gevoel in lage buik en/of bekkenbodem (rond je vagina).  Bij inspectie is eventueel een uitstulping of bolling zichtbaar in de vagina. Vaak merk je een toename van klachten bij actief zijn en aan het einde van de dag.  


1. Achterwand verzakking (darm)

2. Voorwand verzakking (blaas)

3. Baarmoederverzakking 

 

 

Seksualiteit

Geen behoefte

Na de bevalling kan het even duren voordat je weer behoefte hebt aan seks. De vagina is opeens niet alleen een lustorgaan gebleken, maar ook een (pijnlijk) geboortekanaal. Ook voor je partner kan dit een schok zijn geweest om de vagina in een zo andere hoedanigheid mee te maken, dat seksgevoelens even geen rol spelen. 

Daarnaast speelt mee dat je wellicht moe bent, gebroken nachten hebt en een nieuw ritme moet vinden. Lustgevoelens staan dat dikwijls even op een lager pitje. 

Wanneer mag vrijen weer? 

Wanneer de vagina hersteld is van de bevalling en de baarmoederwond niet meer vloeit is seks weer mogelijk. Hoewel de eerste keer na de bevalling “anders” zal zijn, duurt het vaak niet lang voordat de oude intimiteit hersteld is. 

 

Soms duurt het langere tijd (maanden tot een jaar) voordat de behoefte aan seks weer voldoende aanwezig is. Herstel van klachten en hormonen spelen een rol hierbij. 

 

 

Pijn bij vrijen?

Na de bevalling zorgt een lagere oestrogeenspiegel dat je minder vochtig kan worden. Daarnaast ontwikkelen sommige vrouwen na een bevalling iets verhoogde spanning in de bekkenbodem regio.  Een bevalling is gewoon niet pijnvrij en in je eerste dagen-weken kun je pijn in de bodemregio hebben na een bevalling. Ongemerkt span je dan makkelijk je bekkenbodemspieren aan. 

Wanneer je dan gemeenschap hebt voel je dan een soort van (pijnlijk) randje bij binnenkomst in je vagina of pijn bij penetratie. Samen met het minder vochtig worden heb je dan nog meer kans op pijn. 

 

Elke keer wanneer je het weer probeert en je weer pijn ervaart bouw je weer spanning op en zo kom je soms ongemerkt in een cirkel van pijn (ook wel cirkel van dyspareunie genoemd, ofte wel pijn bij vrijen).  Het is lastig om hier zelf met je partner uit te komen. Bekkenfysiotherapie kan je hierbij helpen.